23 januari 2022
Bij het plannen van woningen en bedrijfsruimtes houden beleidsmakers vaak onvoldoende rekening met de kwetsbaarheid van water, bodem en cultuurhistorie. Daardoor dreigen in de toekomst hoge kosten, of verdwijnen waardevolle elementen in het landschap. Met name in het westen van het land is dit risico hoog. Dat stelt het Planbureau voor de Leefomgeving op basis van een verkenning van mogelijke locaties voor wonen en werken.
Deze zogeheten Planmonitor NOVI is gemaakt op verzoek van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijk als aanvulling op de huidige monitoringsrapportages, die enkel terugblikken.
Deltacommissaris Peter Glas kwam eerder deze maand met een soorgelijke conclusie: bij de woningbouwopgave en de planning van nieuwe woningen wordt nog onvoldoende rekening gehouden met de langetermijngevolgen van klimaatverandering en met de eisen die water en bodem stellen. Daardoor zijn naar schatting 820.000 geplande nieuwe woningen kwetsbaar.
De noodzaak van een zorgvuldige leefomgeving
Uit het rapport van PBL blijkt dat in het westen van het land de plannen voor woon- en werklocaties de grootste ruimteclaim leggen op kwetsbare gebieden. Met name delen van het Groene Hart (nabij autosnelwegen) en enkele voormalige Rijksbufferzones tussen de steden staan onder druk. Des te belangrijker om zorgvuldige plannen te maken.
Het gaat niet alleen om het verloren gaan van bijvoorbeeld natuur, maar ook om de risico’s die het bouwen op kwetsbare plekken inhoudt voor de nieuwe woningen of bedrijven. Een voorbeeld zijn de bouwplannen in gebieden op slappe bodems, zoals in het veenweidegebied van het Groene Hart, wat in de toekomst hoge onderhoudslasten door verzakking meebrengt.
De Planmonitor NOVI brengt in beeld welke mogelijke ruimtelijke ontwikkelingen kwetsbare waarden op het gebied van water, bodem, cultuurhistorie, natuur en landschap kunnen beïnvloeden. Dat gebeurt met behulp van het ruimtegebruiksmodel RuimteScanner: kaarten met ruimtelijke ontwikkelingen schuiven daarbij over de kaarten met kwetsbare gebieden heen.
Bron: VBO