22 september 2024
Het aandeel huurwoningen in bezit van particuliere investeerders daalde het afgelopen jaar licht. Het aandeel van bedrijfsmatige investeerders steeg juist. Dat blijkt uit onderzoek van het Kadaster.
Er is meer reuring gekomen op de huurwoningenmarkt. In het tweede kwartaal van 2024 kochten én verkochten investeerders meer woningen dan een jaar geleden. En er wordt vaker verkocht aan eigenaar-bewoners. Maar opgeteld hebben investeerders nu meer woningen in bezit dan in de afgelopen jaren.
Het Kadaster onderzoekt elk kwartaal welke soort investeerders er zijn op de woningmarkt, en in welke woningen zij investeren. Op 1 juli 2024 bezaten investeerders 767.000 woningen. Dat is 9,5% van alle woningen in Nederland.
Het aandeel van particuliere investeerders (natuurlijke personen die drie of meer woningen bezitten) bedroeg daarin 3,8%. Vorig jaar was dat nog 4%, nu is het aandeel teruggelopen naar het niveau van juli 2022. Het aandeel van bedrijfsmatige investeerders (bedoeld worden bedrijven, maar geen woningcorporaties of overheidsorganisaties) bedroeg dit jaar 5,5%; vorig jaar was dat nog 5,4%); zij verwierven er bijna 15.000 woningen bij. Dit komt vooral doordat deze groep ook woningen bouwt.
Tekst loopt door onder de afbeelding
Tussen 2015 en 2020 kochten investeerders meer woningen dan ze verkochten. Na de verhoging van de overdrachtsbelasting naar 8% in 2021 en naar 10,4% in 2023 sloeg dit om: sinds 2021 verkochten investeerders elk kwartaal meer woningen dan ze kochten.
Het lijkt er dus op dat de overheidsmaatregelen om de woningmarkt te reguleren vruchten beginnen af te werpen. En van het aangekondigde grootschalige uitponden door grote investeerders is op dit moment geen sprake.
Opvallend is dat investeerders meer woningen verkochten aan eigenaar-bewoners dan dat zij van hen kochten, hoewel om kleine aantallen gaat. In het tweede kwartaal van 2024 verkochten particuliere investeerders 3.200 woningen aan eigenaren die ook zelf in de woning gaan wonen. Ze kochten 600 woningen van eigenaar-bewoners. Een jaar geleden verkochten ze nog 1.925 woningen en kochten er 500 van deze groep.
Bedrijfsmatige investeerders verkochten in het tweede kwartaal van dit jaar 2.700 woningen aan eigenaar-bewoners. Ze kochten 525 woningen van eigenaar-bewoners. Een jaar geleden lagen die cijfers op 1.575 en 550.
Vanaf 2024 is er dus een stijgende trend in zowel aankopen als verkopen door investeerders. In het tweede kwartaal van 2024 kochten alle groepen investeerders meer woningen dan in het eerste kwartaal. In totaal werden bijna 5.600 woningen aangekocht. Dat zijn er zo’n 600 meer dan in het eerste kwartaal en ruim 1.100 meer dan het jaar daarvoor.
Vooral grote bedrijfsmatige investeerders kochten flink meer woningen dan vorig jaar, namelijk 14% meer. Dat was ook zo bij kleine particuliere investeerders. Zij kochten 22% meer woningen.
In het tweede kwartaal verkochten alle groepen investeerders bij elkaar 12.000 woningen. Dat is maar liefst 2.450 woningen méér dan vorig kwartaal en 4.780 dan in het tweede kwartaal van 2023.
Bedrijfsmatige investeerders verkochten 70% meer dan in vergelijking met vorig jaar. Particuliere investeerders verkochten 62% meer. In totaal kwartaal verkochten investeerders 6.400 woningen meer dan dat zij kochten.
Tekst loopt door onder de afbeelding
Zowel particuliere als bedrijfsmatige investeerders verkopen al sinds 2021 relatief goedkopere woningen. In het tweede kwartaal van 2024 betaalden eigenaar-bewoners gemiddeld € 372.000 voor een woning die ze kochten van een investeerder. Dit was flink lager dan de € 436.000 die eigenaar-bewoners gemiddeld op de woningmarkt betaalden.
Bron: Vastgoedactueel - Kadaster