01 maart 2023
Ruim driekwart van de koopstarters is gefrustreerd over de zoektocht naar een eerste eigen woning. Dat blijkt uit onderzoek van Vereniging Eigen Huis. Op 10 maart wordt daarom de starterspetitie aangeboden aan minister De Jonge. ING Bank ziet lichtpuntjes voor koopstarters.
De bank verwacht dat de huizenprijzen in 2023 met 6% dalen. De hogere rentes zijn de belangrijkste oorzaak, schrijven de economen. Volgend jaar stabiliseren de woningprijzen na een milde daling van 1% in de eerste helft van het jaar. Volgens het basisscenario voor de woningmarkt gaat ING er vanuit dat de woningprijzen vanaf de piek in juli tot halverwege 2024 zo’n 10% dalen. In het dal zijn de prijzen dan terug op het prijsniveau van het derde kwartaal in 2021.
Hoewel de hogere rentes de positie van koopstarters de afgelopen jaren hebben verslechterd, kunnen twee ontwikkelingen hun positie op de woningmarkt dit jaar weer iets verbeteren, aldus econoom Mirjam Bani van ING:
Het verwachte rendement op een beleggingswoning staat door nieuwe regelgeving (zoals de verhoging van de overdrachtsbelasting voor beleggers van 8% naar 10,4%) en gepland beleid (zoals de regulering van de middenhuur en de hervorming van box 3) onder druk. De interesse van woningbeleggers neemt hierdoor af. Voor koopstarters is dit gunstig, omdat zij hierdoor in mindere mate hoeven te concurreren met een relatief koopkrachtige groep woningkopers. Tegelijkertijd zullen beleggers niet alleen minder woningen kopen, ze verkopen ook vaker woningen. Dit zorgt voor een stijging van het woningaanbod in het lagere prijssegment, waar beleggers het actiefst zijn. Dit vergroot dan de keuze, en hiermee kansen, voor koopstarters op de woningmarkt.
Veel woningkopers gaan er dit jaar in inkomen op vooruit. Zo komt de groei van de cao-lonen (inclusief bijzondere beloning) dit jaar naar verwachting uit op gemiddeld 4,5% tot 5%. Dit heeft een positief effect op het aankoopbudget van woningkopers. Die zijn hierdoor een kleiner deel van hun inkomen kwijt aan woonlasten, ook neemt de leencapaciteit toe als het (bruto) inkomen groeit. Vorig jaar verlaagden de flinke stijging van de rentes en hogere energieprijzen het aankoopbudget van woningkopers juist. De loongroei helpt om dit negatieve effect te verzachten. Bovendien lijkt een hogere loongroei aannemelijk voor hoger opgeleide, jongere koopstarters, vanwege de krappe arbeidsmarkt en omdat werkenden aan het begin van hun carrière doorgaans grotere loonsprongen maken, aldus ING. Dit kan de relatieve positie van koopstarters op de woningmarkt wat verbeteren.
Artikel gaat verder onder de grafiek
De zoektocht naar een eigen woning verloopt stroef en heeft veel impact op het gemoed en het dagelijks leven van koopstarters, blijkt uit onderzoek van Vereniging Eigen Huis. Meer dan de helft van de ondervraagden geeft aan dat hun kansen op de woningmarkt niet zijn verbeterd ten opzichte van een jaar geleden. De lichte prijsdalingen en het iets verruimde aanbod hebben door de gestegen hypotheekrente niet geleid tot meer betaalbare starterswoningen. Bij starters zorgt dit voor frustratie, moedeloosheid en onvrede. VEH-directeur Cindy Kremer: “Wij maken ons zorgen over de negatieve impact die de woningmarkt heeft op koopstarters. We moeten alles op alles zetten om ervoor te zorgen dat een koopwoning weer toegankelijk wordt voor een grote groep jonge mensen.”
Daarnaast maken starters zich zorgen over de hoge woonlasten van hun dure vrijesectorhuurwoningen, hun stijgende energierekening en het feit dat ze daardoor niet meer kunnen sparen. Sommige starters zijn zó negatief dat 3 op de 10 de zoektocht naar een eigen woning heeft opgegeven. Vooral alleenstaande starters, die met 62% de grootste groep vormen, maken met één inkomen al bij voorbaat nauwelijks kans op een koopwoning.
Koopstarters leveren flink in op hun woonwensen. Bij starters die het liefst in hun dorp of stad zouden willen blijven wonen, ziet 49% zich genoodzaakt een breder zoekgebied te hanteren. Ze nemen genoegen met minder vierkante meters aan woonruimte en de wens voor een tuin wordt losgelaten. Eén starter geeft aan met haar gezin te willen uitwijken naar een appartement – terwijl ze een eengezinswoning nodig hebben – maar ook een appartement niet kunnen betalen.
Alleenstaande starters zeggen maximaal € 240.000 te kunnen uitgeven aan een eerste koopwoning. Voor starters met een partner is dit maximaal € 323.000. Kremer: “Dit onderzoek bevestigt nog maar eens wat ‘betaalbaar’ betekent voor starters. Hieruit blijkt dat zij gemiddeld zo’n € 270.000 kunnen lenen. Daarom moeten er meer woningen worden gebouwd die daarop aansluiten.” De vereniging wil bovendien dat de overheid actiever wordt in het voorkomen dat nieuwbouwprojecten stil komen te liggen. “Betrek koopstarters ook actief bij de processen en procedures van deze bouwprojecten. De stem van de toekomstige bewoners moet in de nieuwbouwplannen worden gehoord.”
Driekwart van de koopstarters voelt zich niet gesteund door de politiek in de problemen die zij ervaren op de woningmarkt. Ze vinden dat de overheid te weinig doet om de tekorten op de woningmarkt aan te pakken en hun kansen op een eigen woning te verbeteren. Ook op de lokale politiek is kritiek. “Het voelt alsof er een grote afstand is tussen gemeentelijke bestuurders en starters”, zegt een starter. Ook wordt meer dialoog tussen starters, bewoners en gemeenten als oplossing genoemd om ervoor te zorgen dat de bestaande bouwplannen beter van de grond komen en ook zijn afgestemd op de wensen van koopstarters.
Vereniging Eigen Huis hield een peiling onder 13.000 ondertekenaars van hun starterspetitie over de problemen op woningmarkt en vroeg ruim 550 koopstarters naar hun ervaringen tijdens de woningzoektocht. De starterspetitie roept op tot meer betaalbare starterswoningen en is inmiddels meer dan 100.000 keer ondertekend. Op 10 maart wordt de petitie in Den Haag aangeboden aan woonminister Hugo de Jonge tijdens een woonmanifestatie van Vereniging Eigen Huis en Lowlands, in het bijzijn van honderden starters.
Bron: Vastgoedactueel - ING - Vereniging Eigen Huis