Ervaar zelf het verschil!

Geen verplichte verduurzaming voor appartementen en monumenten

21 mei 2023

Appartementen en monumenten worden uitgezonderd van verplichte verduurzaming. Dat betekent dat in deze woningen de gasgestookte cv-ketel per 2026 niet vervangen hoeft te worden door hybride warmtepompen. Dat schrijft minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting) op 1 mei aan de Tweede Kamer.

Eigenaren van vrijstaande woningen, twee-onder-een-kapwoningen en rijtjeshuizen zijn per 2026 wel verplicht een warmtepomp aan te schaffen als hun cv-ketel vervangen moet worden. De verplichte verduurzaming geldt overigens ook niet voor mensen die een woning bezitten die de komende jaren op een warmtenet wordt aangesloten.

Een hybride warmtepomp wordt de “norm voor het verwarmen van onze woningen, winkels, scholen en kantoren”, schrijft De Jonge. Hij wil duidelijkheid bieden aan zowel woningeigenaren als aan de installatiebranche, omdat de regel al over drie jaar van kracht wordt.

Terugverdientijd blijft onder de zeven jaar

De Jonge vindt het belangrijk dat de terugverdientijd onder de zeven jaar blijft. Dat is dezelfde termijn die wordt gehanteerd bij het aanschaffen van zonnepanelen, schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer. Eerder onderzoek toont aan dat mensen dit acceptabel vinden voor een dergelijke investering. En hoe hoger de energieprijzen zijn, hoe sneller de terugverdientijd is.

Woningeigenaren, instellingen en kleine bedrijven kunnen gebruikmaken van subsidieregelingen die 30% van de gemiddelde investeringskosten dekken. Volgens berekeningen is het voor de meeste huizen in Nederland mogelijk om een warmtepomp binnen tien jaar terug te verdienen. Met die 30% investeringshulp moet de tien jaar dus worden teruggebracht naar de gewenste zeven. Hiervoor wordt tot en met 2030 € 900 miljoen gereserveerd.

Artikel gaat verder onder de afbeelding

Nationaal Warmtefonds

Woningen waarbij de terugverdientijd langer is dan tien jaar – als er bijvoorbeeld veel verbouwd moet worden om een warmtepomp mogelijk te maken – worden uitgezonderd van de verplichte verduurzaming. Lage inkomens kunnen een extra beroep doen op het Nationaal Warmtefonds (NWF), waar ze een lening met 0% rente kunnen afsluiten.

Huurders kunnen niet zelf een warmtepomp regelen. Appartementen vallen sowieso al buiten de verplichting, omdat daar niet genoeg ruimte is voor apparaten, die vaak groot en lawaaiig zijn.

Bij zogeheten grondgebonden woningen, zoals rijtjeshuizen of twee-onder-een-kapwoningen, ligt de verplichting bij de eigenaar, de huurbaas dus. Die mogen na installatie van een warmtepomp vanwege de woonverbetering en de lagere energierekening wel de huur verhogen. Op die manier kan de investering worden terugverdiend.

Vragen over de geluidsnormering

Katja Kruit van milieuonderzoeksbureau CE Delft deed vorig jaar onderzoek naar de vraag in hoeverre de warmtepomp haalbaar is voor Nederlandse huizen. Haar resultaten komen volgens de NOS redelijk overeen met de plannen van De Jonge.

“Hierdoor weten mensen waar ze aan toe zijn, alhoewel ik nog wel wat vragen heb over de uitwerking. Hoe zit het bijvoorbeeld met de geluidsnormering? Er is nog veel onduidelijk over hoeveel geluid warmtepompen maken en hoe streng de eisen worden gemonitord en gehandhaafd. Je hoort dat warmtepompen in de praktijk meer geluid maken dan vooraf was berekend.”

Ook is volgens haar nog niet helemaal duidelijk of mensen de terugverdientijd zelf moeten berekenen en hoe ingewikkeld die berekeningen zijn. Uit eerder onderzoek van CE Delft bleek dat bepaalde kleinere rijtjeswoningen, zoals hofjeswoningen, een langere terugverdientijd hebben dan tien jaar. Bovendien is ruimtegebrek daar een probleem. Deze woningen vallen nu wel onder de verplichting. Kruit: “Voor de meeste woningen is een hybride warmtepomp heel gunstig, maar in de uitzonderingen mist soms nog wat uitwerking.”

Artikel gaat verder onder de afbeelding

Installatiebranche: plan haalbaar, maar wie controleert?

De installatiebranche is zich al op 2026 aan het voorbereiden en Brancheclub Techniek Nederland verwacht dat het haalbaar is. Voorzitter Doekle Terpstra: “Wij zetten alles op alles om voldoende warmtepompmonteurs op te leiden. Fabrikanten investeren in een forse opschaling, zo zijn er binnenkort drie extra productielocaties in Nederland.”

Volgens de vereniging werden er dit jaar in het eerste kwartaal al 42.000 warmtepompen voor woningen verkocht. Vorig jaar waren dat er in hetzelfde kwartaal 22.000.

Terpstra vraagt zich wel af of installateurs moeten bepalen welke woningen onder de uitzonderingen vallen. “Van een installateur mogen we een goed advies verwachten over de plaatsing van een hybride warmtepomp, maar installateurs kunnen niet gaan optreden als handhavers.”

Het kabinet trekt in de komende jaren € 886 miljoen uit om de uitrol van de hybride warmtepomp te stimuleren. Het is één van de stappen van het kabinet om het gasverbruik te verminderen.

Bron: VastgoedActueel - NOS