12 juli 2019
Per 3 juli 2019 is het boetebeleid bij het energielabel voor woningen veranderd. Woningverkopers krijgen direct een boete als het energielabel ontbreekt, terwijl het voorheen een voorwaardelijke geldstraf was. De boetebedragen gaan wel omlaag.
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) is namens minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) verantwoordelijk voor het toezicht en de handhaving van het energielabel. Door een uitspraak van de Raad van State op 17 oktober 2018 moest het ministerie het boetebeleid aanpassen. De ILT voert deze verandering nu door.
Verkopers van woningen moeten bij een transactie een geldig energielabel beschikbaar stellen aan de koper. De ILT legt voortaan een bestuurlijke boete op. Hierbij krijgt de verkoper géén mogelijkheid meer om de overtreding achteraf te herstellen.
De rechter bepaalde eerder dat er géén last onder dwangsom opgelegd mag worden als de woning eenmaal is verkocht. Dit omdat de verplichting geldt op het moment van verkoop. Wanneer dat moment voorbij is, kan de verkoper de overtreding niet meer herstellen. Een last onder dwangsom is dan onuitvoerbaar.
Als het energielabel ontbreekt, kan de ILT voortaan een boete geven van €170 aan particulieren en €340 aan organisaties. Dit was €405 voor iedereen. De reden voor de verlaging is dat de boete voortaan direct wordt opgelegd.
Momenteel heeft ruim 90% van de verkopers een energielabel beschikbaar bij de verkoop van de woning. Voor huizen en overige gebouwen gold dit in 2018 nog voor minder dan de helft.
Bron: ILT