07 januari 2020
De aanhoudende huizenprijsstijging maakt doorstroming op de woningmarkt almaar lastiger. Terwijl starters moeite hebben om aan een koopwoning te komen, blijven veel oudere huizenbezitters liefst zolang mogelijk zitten in de huidige woning. Dat valt op te maken uit een onderzoek van ING. De meerderheid van de ondervraagden in het onderzoek (60 procent) gaat ervan uit dat de huizenprijsstijging de komende vijf jaar nog doorzet. Vooral in Utrecht en Noord-Holland is de verwachting hooggespannen, in Zuid-Holland wordt een meer gematigde stijging verwacht. Er is maar één provincie waar men verwacht dat de prijzen gaan dalen en dat is Groningen. De aanhoudende woningprijsstijging lijkt goed nieuws voor woningeigenaren, maar voor de meeste huizenbezitters is het geen reden om de woning te koop te zetten en te cashen. Van de 50-plussers zegt 63 procent zijn huis gekocht te hebben met het idee om er meer dan 20 jaar te blijven wonen. Voor 65-plussers ligt dat zelfs op 71 procent. Winst maken Alleen als hun gezondheid verslechtert of hun partner komt te overlijden, dan zou dat een reden kunnen zijn om de woning te koop te zetten. Winst maken bij de verkoop speelt bij slechts 5 procent een rol. De jongere huizenbezitters (onder de 50 jaar) daarentegen staan daar wel wat meer voor open. Zo zegt 17 procent wel te willen verkopen als ze winst kunnen maken. Overigens verwacht sowieso twee derde van de jongere huizenbezitters eerder dan 20 jaar uit het huis te vertrekken. Daarbij spelen vooral zaken als gezinsuitbreiding, echtscheiding of een veranderende financiële situatie een rol. Een belangrijke verklaring dat de (met name oudere) huizenbezitter in Nederland vrij honkvast is, is dat hij de huizenprijsstijging ook zelf in zijn portemonnee voelt. Zo blijkt uit het onderzoek dat de ondervraagden een stuk minder optimistisch zijn als het gaat om hun eigen kansen op het kopen van een ander huis en financiële positie. ,,Stijgingen en dalingen van de huizenprijzen zijn voor veel woningeigenaren een gegeven en raakt ze niet, omdat ze toch niet verhuizen”, reageert Wim Flikweert, manager Wonen ING Nederland: ,,Ze vangen dit vaak op door (extra) af te lossen. Ook kiezen ze vaker voor een lange rentevaste periode waardoor de woonlasten voorspelbaar zijn.” Starters Dat woningeigenaren lang blijven zitten in hun woning is geen goed nieuws voor de starters. Met name door het gebrek aan beschikbare en betaalbare woningen is er weinig doorstroming. Als starters al aan een koopwoning kunnen komen, is dat dankzij de lage hypotheekrente en doordat zij de afgelopen jaren flink gespaard hebben of geld krijgen van hun ouders. Starters lijken toch wat beducht voor verdere ontwikkeling op de woningmarkt; slechts 36 procent van de Nederlanders die binnen nu en twee jaar een huis willen kopen, geeft aan een maximale hypotheek af te willen sluiten. Woningmarktdeskundige Peter Boelhouwer waarschuwde al vaker voor de penibele situatie waarin starters verkeren: ,,Je ziet dat ze steeds later een huis kopen. Ze hebben nauwelijks financiële ruimte om te sparen voor een woning doordat de huren zo fors zijn. Het resultaat is dat ze steeds meer keuzes uitstellen. Heel verontrustend”, constateert Boelhouwer. Volgens hem gaat het om 1 tot 2 miljoen huishoudens die door de woningmarkt vastlopen. Vastzitten In een eerder onderzoek kwam adviesketen De Hypotheker tot de conclusie dat de oudere huizenbezitter best wel de overwaarde wil cashen, maar vastzit in zijn woning. Het probleem is dat het aanbod van te koop staande woningen minimaal is en de prijzen minstens zo hoog zijn. Dat geldt zowel voor koop- als huurwoningen. ,,Iedereen praat over de slechte situatie van de starter op de woningmarkt. Oudere huizenbezitters zijn vaak wel rijk in stenen, maar kunnen of weten niet hoe die te verzilveren en hebben weinig keus qua woningaanbod. En dat probleem groeit, zeker met het oog op de vergrijzing”, gaf de directeur toen aan.
Bron: AD.nl