15 juli 2020
De opkomst van de verhuurhypotheek heeft het voor veel meer particulieren mogelijk gemaakt om een woning voor de verhuur te kopen. In de coronacrisis sloeg kort de paniek toe onder deze beleggers en werden banken voorzichtiger. Maar terwijl de economie nog langzaam opkrabbelt, is op dit deel van de woningmarkt alles alweer bij het oude.
Beleggers hebben de afgelopen jaren een opmars gemaakt op de woningmarkt. Door de lage rente is het kopen en verhuren van een woning voor veel mensen interessanter dan hun geld op een spaarrekening laten staan. Daar komt bij dat er veel meer mogelijkheden zijn gekomen om de aankoop voor een groot deel met een hypotheek te betalen.
Een van de aanbieders van verhuurhypotheken is Woonfonds, onderdeel van Achmea. Daar kunnen mensen terecht die maximaal vijf verhuurde woningen hebben en niet meer dan 750.000 euro willen lenen, vertelt manager Paul Bänziger.
Hij schetst het profiel van zijn klanten: "Het zijn de kleinere particuliere beleggers. Het gemiddelde inkomen is behoorlijk hoog, zo'n 90.000 euro per jaar. Verder is er een redelijke vertegenwoordiging van zelfstandigen en van de wat oudere medemens."
Ongeveer de helft van de klanten heeft de huurinkomsten niet nodig om de hypotheeklasten te kunnen betalen. Dat is waarschijnlijk de reden dat de coronacrisis nog niet heeft geleid tot betalingsproblemen. "Daardoor komen zij niet in de moeilijkheden met hun maandelijkse lasten als de huurder niet zou betalen. Wij zien dus geen toeloop van mensen die bij ons hebben gefinancierd voor de verhuur en nu in de problemen komen door de coronacrisis."
Toch was er vanaf half maart wel sprake van onrust onder beleggers, vertelt Hans van der Ploeg, directeur van VBO, vereniging van makelaars en taxateurs. "In het begin van de crisis zag ik dat hier en daar beleggers weer uit de markt gingen. Dat waren vooral particuliere beleggers die verhuurden aan expats. Ik sprak er een paar en die schrokken van het feit dat hun verhuurde woning opeens leeg kwam en die niet zo een-twee-drie weer werd verhuurd."
Vastgoedondernemer en makelaar Vincent de Wit heeft die onrust ook gezien. "Vooral de groep die veel handelt in woningen was in het begin in paniek. Er kwam ineens heel veel handel op de markt van mensen die snel wilden verkopen. Daarnaast was er een groep kopers die dacht 'we wachten even tot de koopjes komen'." Banken werden tegelijkertijd terughoudender met verhuurhypotheken. Rentes gingen omhoog en de maximale leensom ging omlaag.
Dat was echter van korte duur en het lijkt erop dat de markt nu weer op oude voet doorgaat, zegt De Wit. "De koopjes kwamen niet en banken hebben de maatregelen weer teruggedraaid of ze hebben gezegd dat ze die gaan terugdraaien. Inmiddels zijn verkopen ook weer op het oude niveau. Het is zelfs drukker dan voorheen."
Bänziger van Woonfonds ziet ook nog volop vraag naar verhuurhypotheken. "Corona heeft er niet voor gezorgd dat mensen in een keer geen woningen voor de verhuur meer kopen. Er zijn te weinig woningen en te veel mensen die kunnen kopen. Er wordt fors geboden. Dat zie je op de woningverhuurmarkt net zoals op de reguliere markt."
Bron: VBO