18 februari 2022
Een bestaande koopwoning was in 2021 gemiddeld 15,2% duurder dan in 2020. Dit is de grootste prijsstijging na 2000. De prijsindex bestaande koopwoningen steeg naar het hoogste niveau sinds de start van de meting in 1995.
In Flevoland was de prijsstijging met 19,2% het grootst. Verder wisselden in Nederland 4% minder woningen van eigenaar dan in 2020. Dit blijkt uit onderzoek naar de prijsontwikkeling van bestaande particuliere koopwoningen in Nederland van het CBS en het Kadaster.
Na een hoogtepunt in 2008 daalden de prijzen van bestaande koopwoningen in Nederland. In 2013 werd het dieptepunt bereikt. Daarna zijn de prijzen gestegen en bereikte de prijsindex in 2021 het hoogste niveau sinds de meting in 1995 begon.
In 2021 was een bestaande koopwoning gemiddeld 15,2% duurder dan een jaar eerder. Deze prijsstijging is bijna twee keer zo hoog als in 2020. Toen was een bestaande koopwoning gemiddeld 7,8% duurder dan een jaar eerder. Het aantal transacties bedroeg in 2021 ruim 226.000 woningen. Dat is 4% minder dan een jaar eerder.
In alle provincies waren koopwoningen vorig jaar duurder dan een jaar eerder. De prijsstijging was met 19,2% het grootst in Flevoland. Verder varieerden de prijsstijgingen van 13,5% in Limburg tot 18,5% in Drenthe.
In alle provincies werden vorig jaar minder woningen verkocht. De daling van het aantal woningtransacties was het grootst in Zeeland (-11,6%) en het kleinst in de provincie Utrecht (-0,6%). In 2020 werden er nog in alle provincies meer transacties genoteerd.
Van de vier grootste steden in Nederland was alleen de prijsstijging van bestaande koopwoningen in Utrecht met 16% groter dan gemiddeld in Nederland. Verder lag alleen in Amsterdam het aantal woningtransacties hoger dan een jaar eerder (8,1%). In de andere drie grote steden en ook gemiddeld in Nederland was het aantal woningtransacties lager.
In 2021 waren alle woningtypen duurder dan een jaar eerder. De prijsstijging was met 16% het grootst bij twee-onder-één-kapwoningen. Het kleinst was de prijsstijging voor appartementen, met 13,3%. Verder waren er ook van alle woningtypen minder transacties dan een jaar eerder. Met 5% was de daling het grootst voor twee-onder-één-kapwoningen. Het aantal transacties van appartementen was bijna hetzelfde als in 2020 (-0,3%).
Bron: VBO