20 oktober 2024
Als bouwers werken volgens het principe ‘straatje erbij’, levert dat maximaal 95.000 nieuwe woningen op. Dat berekende het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid komt tot hogere aantallen.
Bij ruim 2.000 dorpen en steden kan een ‘straatje erbij’ komen, berekende het PBL in een kwantitatieve analyse. Dit kan in de komende jaren in ongeveer 10% van de woningbouwopgave voorzien.
De berekening gaat uit van één ‘straatje erbij’ met maximaal 49 woningen per kern, en een dichtheid van 15 woningen per hectare. De straatjes zouden gebouwd kunnen worden op landbouwgrond binnen 200 meter van de bebouwde kom, waar geen belemmeringen gelden voor woningbouw, aldus het PBL.
De term ‘straatje erbij’ werd dit jaar expliciet genoemd in het Hoofdlijnenakkoord van het kabinet, in het Regeerprogramma en in het Voorontwerp Nota Ruimte. Bestaande woonkernen krijgen dan aan de rand één extra straat. Deze aanpak vergt weinig extra ingrijpen: voorzieningen en infrastructuur zijn er immers al. Voordeel is dat aan de lokale vraag naar woningen wordt voorzien.
In de analyse houdt het PBL rekening met ruimtelijke restricties zoals geluidhinderzones van luchthavens, beschermde landschappen en natuurgebieden; daar kan niet gebouwd worden. Daarnaast signaleert het PBL andere randvoorwaarden. Zoals milieugerelateerde gezondheidsrisico’s en de criteria voor ‘water en bodem sturend’, die ervoor zorgen dat woningbouw op bepaalde locaties geen reële optie is.
‘Straatje erbij’ kan dus een ‘bescheiden’ bijdrage leveren aan de woningbouwopgave, concludeert het PBL. Voordelen van deze aanpak zijn de mogelijkheden waarmee dorpen en steden kunnen voorzien in de eigen lokale woningbehoefte. Ook zullen de bouwkosten naar verhouding laag zijn.
Daartegenover staat dat er zorgen zijn over de aantasting van het landschap door nieuwe bebouwing. Ook wordt gevreesd dat de nieuwe woningen duur zullen zijn, dat het landbouwareaal afneemt en dat de nieuwe bewoners aan de randen van dorpen en steden meer gebruik zullen maken van de auto.
Het PBL is dan ook voorzichtig met het aanbevelen van een ‘straatje erbij’. Deze bijdrage aan de woningbouwopgave ‘moet ook worden bezien in een bredere context van klimaatadaptatie, economie, duurzaamheid, leefbaarheid, ruimtelijke kwaliteit en transities in de landbouw en energievoorziening.’ Dat zijn maatschappelijke opgaven die ook om ruimte vragen.
‘‘Straatje erbij’ is allereerst een politieke afweging. We zien dat deze aanpak kan bestaan naast andere verstedelijkingsopties, zoals verdichting van de stad, het efficiënter benutten van bestaande woonruimte of van uitleg, het aanleggen van compacte stadswijken buiten de bebouwde kom’, aldus Arjan Harbers van het PBL, hoofdonderzoeker van deze studie.
Het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid (EIB) is het niet eens met de conclusies uit de analyse. Volgens deze organisatie blijkt uit eerdere onderzoeken van EIB en van PBL, dat het ‘straatje erbij’ veel meer woningen kan opleveren: meer dan 500.000 tot ruim 1.000.000, afhankelijk van de gehanteerde criteria. Zo rekent het EIB bijvoorbeeld tot 500 in plaats van 200 meter buiten de bebouwde kom.
‘Om onbegrijpelijke redenen schaalt het PBL de eigen gedetailleerde ruimtelijke analyse af naar 100.000 woningen, door op voorhand een maximum van 50 woningen per kern op te leggen. Daarmee kan het potentieel per definitie op niet meer dan 100.000 uitkomen. Voor dit curieuze uitgangspunt is geen enkele motivatie gegeven in het PBL-rapport’, schrijft het EIB in een reactie. Bovendien gaat de zienswijze van het PBL ‘voorbij aan het karakter van de voorliggende woningbouwopgave’.
Op dit moment zitten er 65.000 tot 70.000 nieuwbouwwoningen per jaar in de pijplijn, brengt het EIB in herinnering. Aangevuld met 15.000 woningen vanuit onder meer transformatie en splitsingen komt de teller uit op 80.000 tot 85.000 woningen. Daarmee is er een gat met de kabinetsdoelstellingen van 15.000 tot 20.0000 woningen per jaar. Wat het EIB betreft is het dus geen kwestie van kiezen tussen locaties en mogelijkheden, maar alle mogelijkheden aangrijpen om zoveel mogelijk te bouwen.
Bron: Vastgoedactueel - PBL