26 januari 2023
De invoering van de Omgevingswet is voor de zoveelste keer uitgesteld. Minister De Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening denkt dat het verstandiger is om de wet pas in januari 2024 te laten ingaan.
Het Rijk, medeoverheden en het bedrijfsleven scharen zich unaniem achter invoering per 1 januari 2024. Eind vorig jaar werd de invoering van de Omgevingswet uitgesteld van 1 januari naar 1 juli 2023. Ook die datum is dus nu, eind januari, niet gehaald.
De Omgevingswet is al in 2016 aangenomen. De wet moet regels op het gebied van wonen, ruimte, natuur en milieu bundelen, zodat procedures kunnen worden versimpeld en versneld. Met de Omgevingswet krijgen bijvoorbeeld burgers die een vergunningaanvraag doen, binnen acht weken uitsluitsel. Gemeenten krijgen meer vrijheid om lokaal normen te versoepelen.
Aanvankelijk zou de wet op 1 juli 2019 ingaan. Eerder werd de wet uitgesteld omdat er nog juridische aanpassingen nodig waren; vanwege de corona-uitbraak in 2020; omdat kleinere gemeenten er nog niet klaar voor waren; omdat de ICT nog niet op orde was.
Ook nu (oktober 2022, red.) zijn nog steeds zijn niet alle overheden klaar voor de invoering, schreef minister de Jonge van Volkshuisvesting in oktober 2022 in een voortgangsbrief aan de Eerste Kamer. Er moet nóg meer getest en geoefend worden met het digitale stelsel dat de wet moet ondersteunen (DSO). Vandaar: weer een half jaar uitstel.
Pikant is dat het Adviescollege ICT-Toetsing (AcICT), dat overheden aanbevelingen geeft over nieuwe ict-systemen, anders adviseert. Het college raadt de minister aan om ófwel invoering van de wet per 1 januari gewoon door te laten gaan, mits de overheid dan “maximaal inzet op het beperken van maatschappelijke risico’s en het oplossen van tekortkomingen”; ófwel de wet langdurig uitstelt. In dat geval kan het gehele digitale stelsel “grondig heroverwogen worden” en opnieuw ontworpen “naar de huidige kennis”. Met de keuze voor een half jaar uitstel negeert de minister dus beide adviezen.
Het AcICT benadrukt in zijn advies dat er bij een complexe transformatie zoals de invoering van de Omgevingswet altijd rekening gehouden moet worden met “substantiële” risico’s. “De invoering van de Omgevingswet betreft een zeer omvangrijke wetswijziging met forse juridische en bestuurlijke consequenties. De implementatie van deze wet vraagt om een ingrijpende transformatie in de werkwijzen van ruim vierhonderd bevoegde gezagen. Het is onvermijdelijk dat aan een transformatie van deze omvang risico’s verbonden zijn.”
Het testen van het Digitale Stelsel Omgevingswet is bovendien niet gebeurd op de manier die het college in eerdere adviezen heeft aangeraden. “Daardoor kan het programma de stabiliteit, de betrouwbaarheid en de technische werking van DSO per 1 januari 2023 onvoldoende aantonen.”
Opvallend is ook dat het college in drie eerdere adviezen keer op keer opmerkte dat de ict-schil om de wet heen te complex was en dat er zorgen waren over de werkbaarheid.
Paul Klint, één van de leden van het Adviescollege ICT-Toetsing, verwacht weinig goeds van het nieuwe uitstel van de wet. In een interview met Cobouw zegt hij: “De minister doet exact hetzelfde als de vorige keer. Nog een keer een tijdje uitstellen en doorbuffelen. Maar ook deze timing komt weer enorm onder druk te staan.”
Bron: Eerste Kamer - Vastgoedactueel